Week tegen Kindermishandeling
‘Niets opgelost als iemand morgen weer zonder vervolghulp buiten staat’
Van 15 tot 21 november was de Week tegen Kindermishandeling. Met als thema ‘… dichterbij dan je denkt’. Als iemand die zin kan onderschrijven, is het Pieter van Mourik, Manager Veilig Thuis Zuid-Holland Zuid: ‘Het herkennen en bespreekbaar maken van kindermishandeling en huiselijk geweld is de eerste en misschien wel de moeilijkste stap.’

1.
Nog campagne gevoerd?
Pieter: ‘Wij hadden een symposium gepland. Om als professionals te bespreken wat we kunnen bijdragen aan de aanpak van ‘eer-gerelateerd geweld’, ook een vorm van huiselijk geweld. We hebben dit symposium uitgesteld tot mei 2022. Wel liep er tegelijkertijd een digitale campagne Time-out, opgezet door het ministerie van VWS en het Landelijk Netwerk Veilig Thuis. De Time-out campagne roept mensen in een huiselijk geweld-situatie op om erover te praten, want dat is vaak een eerste stap.

Pieter van Mourik, Manager Veilig Thuis Zuid-Holland Zuid
2.
Hoe dan nu verder?
Pieter: ‘Kindermishandeling stopt natuurlijk niet na zo’n campagne. Je moet er aandacht voor blíjven vragen. Vrienden, familie, buren en kennissen van betrokkenen moeten weten waar ze met een melding naar toe kunnen, maar ook hoe zij het bespreekbaar kunnen maken. Hierbij gaat het niet alleen om jongeren, maar om een veel bredere doelgroep van 0 tot 100+. Vaak is het intergenerationele problematiek, van grootouders, op ouders, op kinderen.’
3.
Wat is jullie stip op de horizon?
Pieter: ‘Onze ambitie is natuurlijk ‘kindermishandeling de wereld uit’. Daarop zijn veel verschillende variabelen van invloed. Het zien en herkennen van huiselijk geweld is de eerste en direct ook de moeilijkste stap. We investeren hierin door voorlichting te geven aan professionals en vrijwilligers. Om hun te vertellen hoe zij signalen kunnen herkennen en bespreken. Daarnaast probeert Veilig Thuis dagelijks bellers uitleg en advies te geven over wat zij nog wel of niet kunnen doen, of hoe zij hun zorgen bespreekbaar kunnen maken.’
4.
Wat maakt het moeilijk?
Pieter: ‘Een volgende stap in het stoppen van geweld is het uitvoeren van een goede veiligheidstaxatie. Eerst zorgen voor directe veiligheid, dat het geweld stopt; kijken of dat zelfstandig kan of dat er professionele hulp nodig is. Daarna kijken naar de risico’s en oorzaken om nieuw geweld te voorkomen. En ten slotte bouwen aan de toekomst, met bijvoorbeeld de inzet van traumaverwerking of relatietherapie. Dit alles gebaseerd op de regionale visie ‘gefaseerd samen werken aan veiligheid’. Het moeilijke is, dat je soms moet beslissen dat een situatie ‘goed’ genoeg is. Liever zou je misschien zien dat iemand bepaalde dingen nog verandert, maar er is weinig om dit af te dwingen. Niet iedereen past tenslotte binnen dezelfde lijntjes. ‘Goed genoeg’ is echter fragiel; het kan snel weer misgaan.’
5.
En wat is de kritische succesfactor?
Pieter: ‘Wij kunnen in een casus wel alles op orde hebben, maar als er geen follow-up is en als iemand morgen weer alleen buiten staat zonder hulp, dan hebben we niets opgelost. Door bijvoorbeeld de wachtlijsten bij de hulpverlening kan een casus langer bij Veilig Thuis blijven liggen dan nodig is. Dat vergroot de kans op escalatie, omdat je ‘plegers en slachtoffers' maar moeilijk lang gemotiveerd kan houden voor het accepteren van hulp. Juist deze hulp is belangrijk om een duurzame verandering te kunnen realiseren. Een goede keten-samenwerking is misschien wel de belangrijkste kritische succesfactor in onze strijd tegen huiselijk geweld.’