
MET HET MES OP TAFEL
‘De spiraal armoede-gezondheid vereist een lokale/regionale aanpak’
In ‘Met het mes op tafel’ staat een actuele stelling centraal waarop twee betrokkenen uit verschillende gemeenten inhoudelijk reageren. De laatste jaren is steeds duidelijker geworden dat armoede en gezondheidsproblematiek nauw met elkaar samenhangen. De vraag is hoe deze armoede-gezondheid-spiraal te doorbreken. Daarbij aansluitend is de stelling in ‘Met het mes op tafel’: ‘De spiraal armoede-gezondheid vereist een lokale of juist regionale aanpak’.
‘Echt samen, op alle niveaus’

Ronald de Meij, wethouder (o.a.) Jeugd, Gezondheid, Onderwijs gemeente Zwijndrecht: 'In Zwijndrecht is het armoedeprobleem bovengemiddeld groot, mede door het eenzijdige woningaanbod. Het aantal mensen dat in armoede leeft, het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, is aanzienlijk. Het beroep dat vanuit complexe problematiek wordt gedaan op ondersteuning dus ook. In 2018 schreven wij ons Raadsprogramma Krachtig Zwijndrecht, met armoede als een hoofdthema. Om een verschil te maken voor mensen (net boven tot fors onder armoedegrens) moeten we armoede op alle niveaus aanpakken. Echt samen. Het Rijk is belangrijk voor de sociale zekerheid; denk aan de toeslagenaffaire. De regio is nodig voor het monitoren van bijvoorbeeld gezondheidseffecten (GGD) of voor een sterke uitvoeringsorganisatie (Sociale Dienst Drechtstreden). Ook de ‘keten’ is belangrijk. Van onderwijs als ‘vroegsignaleerder’ (hebben kinderen wel een winterjas?) tot bedrijfsleven. Want betaald werk onder goede omstandigheden is de beste garantie voor de weg naar boven. Kenmerkend voor armoede-problematiek is dat mensen niet alle ballen tegelijk in de lucht kunnen houden. Ze staan in de survival-stand. Ze kennen de regelingen niet en hebben de ‘fut’ niet om deze uit te zoeken. Daarom hebben we hier het Vivera Sociaal Wijkteam. Hier zitten alle ondersteuningsfuncties bij elkaar, heel laagdrempelig, heel dichtbij, voor alle zorgen en vragen; van schuldhulpverlening tot opvoeding, van huisvesting tot echtscheiding. Naast Rijk, regio en ketenpartners, is dit het mooie wat je lokaal kunt doen: nabij zijn waar de mensen zijn…!’
‘In eerste instantie lokaal’

Peter Heijkoop, wethouder sociaal domein gemeente Dordrecht: ‘Armoede en gezondheidsproblemen gaan vaak hand in hand. Armoede veroorzaakt stress. En stress heeft een negatieve uitwerking op de mentale en fysieke veerkracht van mensen. Armoede maakt het lastig actief te werken aan een goede gezondheid: je mist de mentale veerkracht en de middelen, waardoor je minder goed in staat bent mee te doen. Een flyer of een goed bedoelde preek van je huisarts helpen niet om in actie te komen. Inwoners met een lager inkomen hebben praktische hulp nodig om in de juiste ‘modus’ te komen en actief aan de slag te gaan. Die hulp kan concreet bestaan uit beweegaanbod of uit ondersteuning bij het aanvragen van financiële middelen. Als het maar dicht bij huis en laagdrempelig is georganiseerd. In Dordrecht hebben we lokale programma's rond armoede, gezondheid en ontmoeting. Maar deze lokale benadering vraagt regionale ondersteuning. Om maatwerk te leveren, heb je kennis en middelen nodig. Die organiseer je beter op regionale schaal, anders wordt het te kwetsbaar. Zoals de gebundelde kennis en ervaring van de GGD op het gebied van gezondheidspreventie. Of de Sociale Dienst Drechtsteden die regionale slagkracht heeft voor het bieden van bestaanszekerheid en ondersteuning van de inwoners. De focus van de aanpak en inzet om de negatieve spiraal van armoede en gezondheid een draai de andere kant op te geven, is in eerste instantie lokaal. Daarbij is de regionale kennis en slagkracht nodig om met deze aanpak en inzet een optimaal resultaat te behalen.’