SAMENWERKING
Jeugdigen met extra ondersteuningsbehoefte behouden voor onderwijs
In de rubriek 1+1=3 gaat het over de meerwaarde van samenwerking. In de afgelopen 1,5 jaar zijn in het speciaal onderwijs – via een unieke, regionale aanpak – onderwijs, jeugdhulp en zorgaanbieder nauwer gaan samenwerken. Om zo uitval van jeugdigen met een specifieke ondersteuningsbehoefte te voorkomen. Een schets van Jeugdhulp Op School.
Beter geïntegreerd
Na 1,5 jaar klinkt Amanda van Schijndel nog steeds enthousiast. Zij is vanuit Stichting Jeugdteams kartrekker van het eerste uur van Jeugdhulp op School (JHOS). ‘Het is mooi om iets nieuws te doen, waardoor we jeugdigen in het speciaal onderwijs langer binnen het onderwijs kunnen houden.’ Op 23 van de 29 schoollocaties voor speciaal onderwijs in de regio zijn er samenwerkingsverbanden gerealiseerd tussen onderwijsvoorzieningen, samenwerkingsverbanden vanuit het onderwijs, Stichting Jeugdteams, de Service Organisatie Jeugd en jeugdhulpaanbieders. Op de andere locaties wordt dit opgestart. ‘Het begon 1,5 jaar geleden met een paar doedagen’, vertelt ze. ‘We constateerden dat onderwijs en zorg voor jeugdigen in het speciaal onderwijs beter geïntegreerd kon worden aangeboden.’ In de maanden daarna zijn door veel partijen heel veel stapjes gezet naar een succesvolle implementatie van JHOS, waarbij ook het Jeugd Ervaringen Team een belangrijke bijdrage leverde door de stem van de ouder(s) te vertegenwoordigen.
Amanda van Schijndel, Jeugdprofessional Stichting Jeugdteams
Regionaal versus maatwerk
De JHOS-aanpak is voor alle onderwijsinstellingen in de 10 gemeenten identiek; daarbinnen is het voor elke school maatwerk. Per onderwijsvoorziening zijn de verschillende partijen op het gebied van onderwijs, jeugdhulp en zorg om tafel gaan zitten. Geïnventariseerd is waar de hulpvraag ligt en welke preferente zorgaanbieder het meest passend is. Met deze aanbieder is vervolgens een samenwerkingsplan voor die specifieke school opgesteld. ‘Het doel is’, aldus Amanda van Schijndel, ‘dat we de zorg dichtbij school organiseren. Zodat we door vroege interventie uitval of zwaardere vormen van zorg kunnen voorkomen, en we de jeugdigen perspectief blijven bieden binnen het onderwijs.’
Rol van poortwachters
Cruciaal in de aanpak zijn de twee poortwachters op iedere school. Eén vanuit het samenwerkingsverband onderwijs en één vanuit de Stichting Jeugdteams. Samen verkennen ze de grenzen waar voor deze specifieke doelgroep onderwijs ophoudt en jeugdhulp begint. Signaleert een school dat een jeugdige extra ondersteuning nodig heeft, dan bekijken beide poortwachters of er vanuit de Wet Passend Onderwijs hulp geboden kan worden of vanuit de Jeugdwet. Uiteindelijk geeft de poortwachter vanuit de Stichting Jeugdteams het akkoord op de inzet van zorg. ‘Het is een mooi proces hoe professionals met elkaar reflecteren, kwaliteit en werkprocessen proberen te verbeteren,’ constateert Amanda van Schijndel. ‘Al laten de evaluaties tot nu toe zien, dat we nog wel tijd nodig hebben om verdere stappen te maken. Om de verschillende manieren van denken in onderwijs en zorg nog meer met elkaar te verbinden.’.
Beoogd ‘rendement’
‘Evalueren’ en ‘reflecteren’ zijn volgens Amanda van Schijndel de sleutelwoorden voor toekomstig succes van deze aanpak. ‘We willen dat ook datagedreven doen,’ besluit ze. ‘Hoeveel jeugdigen krijgen jeugdhulp en zorg? Hoeveel krijgen er hulp vanuit het onderwijs? En zien we het resultaat terug in bijvoorbeeld de afname van het aantal jeugdigen dat in de kinderdagcentra (KDC’s) komt? Want dat is het harde rendement dat we nastreven: door vroegtijdig inzetten van jeugdhulp en zorg op school willen we dat deze jeugdigen hun plek binnen het onderwijs behouden.’
JHOS na 1,5 jaar
- 23 schoollocaties afgerond
- 2774 jeugdigen volgen onderwijs
- 558 jeugdigen hebben een ondersteuningsbehoefte
- 29 onderwijsvoorzieningen
- 10 zorgaanbieders
- 9 samenwerkingsverbanden
- 25 poortwachters