
Zoeken naar een nieuw evenwicht in een nieuwe werkelijkheid
‘Soms kan een spreekwoordelijk pannetje soep met aandacht meer goed doen dan hulp vanuit de overheid’
Inwoners uit onze regio doen steeds vaker een beroep op ondersteuning vanuit LVS, VT, jeugdhulp en OGGZ. Terwijl deze zorg- en hulpverlening onder druk staat door gebrek aan menskracht en financiële middelen. ‘We hebben daarom een ander maatschappelijk debat nodig,’ zegt Rik van der Linden. Hij is wethouder voor onder andere publieke gezondheid, jeugdzorg, mobiliteit en infrastructuur in Dordrecht en daarnaast voorzitter van de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Gezondheid en Jeugd. ‘In de slipstream van dat debat moeten we als gemeenten en DG&J vervolgens scherp zijn in wat we van elkaar verwachten. En hoe we de kennis en expertise van de DG&J nog gerichter kunnen inzetten. Alleen zo kunnen we samen de instroom aan hulpvragen beperken en er zíjn voor de kwetsbare inwoners.’
Rik: ‘Eind vorig jaar had ik een overleg met de GGD-voorzitters vanuit het hele land; een toekomstverkenning rond publieke gezondheid. We realiseren ons dat er een enorme zorgvraag op ons afkomt. De uitdagingen worden veroorzaakt door onder andere de demografie (vergrijzing), door de leefstijl van mensen en de ervaren mentale gezondheid vanwege bijvoorbeeld werkdruk. Tegelijk speelt de krapte op de arbeidsmarkt en het groeiend tekort aan medewerkers een remmende rol. Daar bovenop komt nu ook de gemeentelijke financiële problematiek door het ‘ravijnjaar 2026’, het jaar waarin de korting door de overheid op het Gemeentefonds hard gevoeld zal gaan worden. Je kunt dan wel proberen taken en verantwoordelijkheden te verschuiven van het domein van zorg en publieke gezondheid naar het sociaal domein. Maar dat is geen oplossing, omdat de krapte aan middelen (mensen en financiën) ook daar speelt.’

Lees door ▼
Probleemoplossend vermogen
Rik: ‘Dit is nu de nieuwe werkelijkheid. Om hier iets aan te doen, zullen we eerst een nieuw maatschappelijk debat moeten voeren. Bijvoorbeeld over wat je aan oplossingen van de samenleving zelf kunt verwachten en wat je van de overheid mag verwachten. Je kunt als overheid namelijk niet ‘overal’ van zijn. Dat laat onverlet dat we er natuurlijk wél willen zijn voor kwetsbare inwoners. Maar niet iedere situatie heeft professionele hulp nodig voor een oplossing. Soms lijken we met elkaar geneigd liever weg te kijken en een probleem bij de overheid ‘over de schutting’ te gooien. Terwijl we ook zelf kunnen kijken wat we voor een ander kunnen betekenen, hoe we iemand oprecht en met aandacht kunnen aanspreken op bijvoorbeeld leefstijl. Als samenleving moeten we misschien (weer) leren dat we zelf oplossingen kunnen realiseren, en niet bij elk probleem naar de overheid hoeven kijken. Soms kan een spreekwoordelijk pannetje soep met aandacht meer goed doen dan hulp vanuit de overheid. De vraag is dus: hoe kunnen we het probleemoplossend vermogen van gemeenschappen weer vergroten, en de kracht van de samenleving zélf weer gaan inzetten?’
Meesturen als gemeente
Rik: ‘Natuurlijk moeten we als overheid scherp blijven op waar we wél nodig zijn, zoals in casuïstiek die bij Veilig Thuis terechtkomt. Ook het OGGZ-team is een goede graadmeter in een gemeente om te zien waar je aanwezigheid als overheid nodig is. Als overheid zijn we bij veel facetten in een mensenleven aanwezig – wonen, veiligheid, zorg – dus we moeten in ieder geval goed kijken naar wat écht nodig is en voorkomen dat we dingen dubbel doen. Echter, gezondheid en ontwikkeling worden niet alleen bepaald door individuele keuzes. Ook collectieve factoren als leefomgeving en bestaanszekerheid spelen een rol en dáár ben je als overheid natuurlijk juist wél van. Als gemeente kun je bijvoorbeeld meesturen in een gezonde leefstijl door reclamebeleid rond gezond eten of het ontmoedigen van vapen. Of door met een mooie groene inrichting van de leefomgeving mensen te verleiden tot lopen of fietsen. Een Nederlander fietst gemiddeld 1.000 kilometer per jaar; dat is gratis gezondheidswinst waar een land als de VS jaloers op is!’
Kennis en expertise gericht inzetten
Rik: ‘Gemeenten kunnen dit echter niet alleen. Daar hebben we de kennis en ervaring van de DG&J voor nodig. In de context van het landelijke debat over wat we van de samenleving en de overheid mogen verwachten als het gaat om de publieke gezondheid, moeten ook gemeenten en DG&J aan elkaar duidelijk maken wat ze van elkaar verwachten en kunnen leveren. De DG&J heeft veel expertise op veel verschillende thema’s. Daar kunnen gemeenten en andere maatschappelijke partners veel gerichter gebruik van maken. Aan de voorkant: voor advies en ondersteuning, en om samen te voorkomen dat vraagstukken niet uitgroeien tot problemen. En aan de achterkant door op tijd bij te dragen aan passende oplossingen. Mijn oproep zou daarom zijn om steeds samen te zoeken naar de warme verbinding tussen DG&J, gemeenten en samenleving om tot oplossingen te komen. Met als doel dat de ondersteuning vanuit LVS, VT, OGGZ en jeugdhulp optimaal beschikbaar blijven voor de meest kwetsbare inwoners die dit nodig hebben.’