Gezondheidsmonitor Jeugd 2023 van start
‘Einddoel is gezondheid en welzijn van onze jongeren’
Begin maart hebben alle 31 scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Zuid-Holland Zuid weer een uitnodiging ontvangen: of ze meedoen aan de Gezondheidsmonitor Jeugd 2023. Deelname is weliswaar vrijwillig, maar de Gezondheidsmonitor Jeugd zelf is een wettelijke taak van gemeenten, uitgevoerd door de GGD. ‘Het gaat daarbij om meer dan alleen inzichten,’ zegt Chantal Kenens, onderzoeker publieke gezondheid bij de GGD ZHZ en al sinds 2019 projectleider van de Gezondheidsmonitor Jeugd. ‘Het grote einddoel is het verbeteren van de gezondheid en het welzijn van onze jongeren. We hopen daarom dat zoveel mogelijk scholen meedoen.’
In Nederland moeten gemeenten de gezondheid van hun inwoners monitoren. Dat gebeurt door de GGD’en. Vóór 2019 deed iedere GGD dit op eigen wijze, maar sindsdien is dit geharmoniseerd. Elke vier jaar voeren nu de 25 regionale GGD’en de Gezondheidsmonitor Jeugd op eenzelfde manier uit, in samenwerking met de GGD GHOR en het RIVM. Van de deelnemende scholen krijgen alle middelbare scholieren in het tweede en vierde leerjaar een (digitale) vragenlijst voorgelegd over hun gezondheid, welzijn en leefstijl.
Chantal Kenens, onderzoeker publieke gezondheid GGD ZHZ
Voor de gemeenten
‘Het voordeel van deze landelijke samenwerking is, dat niet iedere regio zelf het wiel hoeft uit te vinden,’ vertelt Chantal Kenens, die al zo’n 17 jaar ervaring heeft met dit soort grote monitor-onderzoeken. ‘Bovendien kun je nu goed vergelijken en weet je beter hoe je eigen regio het binnen het geheel doet.’ In het landelijke voortraject geeft elke GGD input voor de landelijke vragenlijst. ‘Voor een goede monitoring van trends wil je de vraagstellingen zoveel mogelijk gelijk houden, maar op basis van evaluaties passen we de vragenlijst wel aan, waar nodig. Ook wil je kunnen inspelen op de actualiteit. Daarnaast kan elke GGD een aantal extra vragen voor de eigen regio toevoegen. Daarvoor halen we informatie op bij gemeenten en expertiseteams. Ook zij hebben hier inspraak in,’ licht Chantal Kenens toe.
Verontrustend signaal
Hoe gelukkig jongeren zich voelen, is sinds 2019 aanzienlijk gedaald. Dat bleek uit de extra ‘corona-editie’ van de Gezondheidsmonitor Jeugd in 2021. ‘Dit beeld is in alle GGD-regio’s hetzelfde. En het is iets wat jongeren zelf aangeven,’ benadrukt Chantal Kenens. ‘Als regio Zuid-Holland Zuid hadden we onder andere de vraag toegevoegd: ‘Over welk onderwerp zou je meer willen weten hoe je daarmee omgaat?’ Van de hele vragenlijst was dit misschien nog wel de belangrijkste vraag, want hier kunnen jongeren zelf aangeven waarmee ze worstelen. De twee meest voorkomende antwoorden waren: goed slapen en omgaan met stress. Best een verontrustend signaal.’
Basis voor advies en beleid
Een groeiend aantal scholen doet mee aan de Gezondheidsmonitor Jeugd; de deelname groeide van 56 procent in 2019 naar 71 procent in 2021. Als de scholieren dit najaar de vragenlijsten hebben ingevuld, zijn vanaf het voorjaar 2024 de resultaten bekend. Maar dan begint het werk pas. ‘Het gaat natuurlijk niet alleen om de inzichten. Het einddoel is het verbeteren van de gezondheid en het welzijn van onze jongeren,’ aldus Chantal Kenens. Daarom krijgt iedere school een eigen factsheet met resultaten en een nabespreking, samen met de Gezonde School Adviseur van de GGD ZHZ die bekend is met interventies, en met de jeugdverpleegkundige van Jong JGZ die de leerlingen kent. ‘Met elkaar kunnen we scholen goed adviseren.’ Ook gemeenten krijgen een factsheet met de lokale cijfers op basis van de leerlingen, woonachtig in hun gemeente. Daarbij zijn maatwerk-presentaties mogelijk voor gemeenteambtenaren, regionale bijeenkomsten, LVS-consulenten, ouderavonden, REA-overleggen en meer. De analyses kunnen dan de basis vormen voor nieuw of aangepast beleid.
Heel waardevol
De Gezondheidsmonitor Jeugd is een lang en intensief traject, waaraan binnen de GGD ZHZ met een team wordt gewerkt. Chantal Kenens besluit: ‘Het aantal keren dat we op stap gaan voor presentaties groeit. Steeds meer gemeenten, steeds meer scholen zijn betrokken, steeds meer interne en externe partijen. Dat maakt het boeiend. En als je bedenkt hoeveel leerlingen iets kunnen hebben aan deze uitkomsten, dan is zo’n monitor ontzettend waardevol.’