Samenwerking rond vrijstelling dient gezamenlijk doel:
‘Voor zo veel mogelijk kinderen een passende onderwijsplek’
Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten (LVS) ziet het aantal casussen stijgen. Vorig jaar waren er ruim 200 aanvragen voor vrijstelling van onderwijs op grond van lichamelijke of psychische problemen. ‘Ondanks de aandacht en de mogelijkheden groeit dit aantal per jaar,’ weet Jan-Willem Koene, beleidsadviseur bij LVS. ‘We zien ook de problematiek bij kinderen groter worden: psychische problemen, angsten, depressie.’ Samen met de samenwerkingsverbanden passend onderwijs en eventueel andere partners wordt nu gestructureerd gekeken of passend onderwijs vaker mogelijk is, in plaats van een vrijstelling. Jan-Willem Koene: ‘We delen met elkaar de visie van recht op onderwijs en dat voor zoveel mogelijk kinderen een passende onderwijsplek gevonden moet worden.’
LVS loopt met de nieuwe werkwijze vooruit op een wetswijziging die mogelijk in augustus van 2023 van kracht wordt. Jan-Willem Koene legt uit: ‘Ouders, die voor hun kind een vrijstelling voor onderwijs aanvragen op grond van artikel 5 onder a van de Leerplichtwet, moeten eerst langs een onafhankelijk arts, psycholoog of orthopedagoog voor een sociaal medisch advies; in onze regio uitgevoerd door de stichting SAP. Als deze deskundige oordeelt dat het kind niet in staat is onderwijs te volgen, wordt er vrijstelling verleend – voor een jaar. In de nieuwe wet komt hier iets bij: er moet ook altijd een onderwijskundig advies gegeven worden door het samenwerkingsverband passend onderwijs.’
Jan-Willem Koene, beleidsadviseur Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten
Gezamenlijk doel
In de regio Zuid-Holland Zuid wilde men de wijzigingen niet afwachten. Vanuit zijn regierol zocht LVS contact met alle samenwerkingsverbanden passend onderwijs in de regio en met diverse schakels in de jeugdketen. ‘Vanuit de vraag hoe zij in voorkomende gevallen zouden kunnen helpen,’ aldus Jan-Willem Koene. Met elkaar is men tot een nieuwe samenwerkingsprocedure gekomen die sinds januari van dit jaar wordt gevolgd. ‘Het gebeurde in het verleden vaak allemaal wel, maar niet geborgd. Nu is er meer structuur, meer onderling contact, meer kennis van en over elkaar, en werken we vanuit het gezamenlijke doel: passend onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen,’ meent Jan-Willem Koene.
Nieuwe procedure op hoofdlijnen
Als ouders een vrijstelling voor onderwijs willen aanvragen vanwege de lichamelijke of psychische situatie van hun kind, is de nieuwe procedure als volgt.
- In een gesprek tussen LVS en de ouders wordt het belang van onderwijsparticipatie toegelicht en wordt gevraagd of het samenwerkingsverband passend onderwijs een advies mag uitbrengen.
- Zijn de ouders akkoord, dan onderzoekt het samenwerkingsverband de situatie en komt het met een advies.
- Is het advies positief (passend onderwijs is mogelijk) en zijn de ouders het hiermee eens, dan wordt de aanvraag voor vrijstelling ingetrokken, en zoekt het samenwerkingsverband een passende onderwijsplek.
- Is het advies positief, maar zijn de ouders het er niet mee eens óf is het advies negatief (geen passend onderwijs mogelijk) dan volgt alsnog de stap naar onafhankelijk sociaal medisch advies. Die uitspraak is altijd bindend voor het verlenen van de vrijstelling.
- Ook als ouders het advies van het samenwerkingsverband willen overslaan, volgt het bindend sociaal medisch advies. Nu kan dit ‘overslaan’ nog; na de wetswijziging niet meer.
Mooie voorbeelden
De nieuwe procedure lijkt vruchten af te werpen. Sinds januari zijn er al enkele mooie voorbeelden van gevallen, waarin ouders in gesprek zijn gegaan met het samenwerkingsverband over de onderwijsmogelijkheden. En dat het samenwerkingsverband – dankzij hun expertise in het duiden van mogelijkheden en hun connecties – tóch een passende onderwijsplek wist te vinden. De aanvraag voor de vrijstelling kon dus worden ingetrokken. ‘Maar dit succes gaat misschien wel een ander probleem blootleggen,’ zegt Jan-Willem Koene. ‘Namelijk dat een kind wel geschikt is om naar school te gaan, maar dat er geen of onvoldoende passend aanbod is. Het niet kunnen vinden van een passende plek, is echter geen reden voor een vrijstelling.’
Menselijk maatwerk
De regierol van LVS is in deze nieuwe procedure stevig verankerd. Maar procedure of niet, het blijft menselijk maatwerk. ‘We moeten als LVS elke situatie opnieuw inschatten,’ besluit Jan-Willem Koene. ‘De meeste gevallen zijn vrij duidelijk. Maar soms wordt de stap naar een vrijstelling gewoon te vroeg gezet. Soms vragen ouders een vrijstelling aan, omdat ze ‘murw’ zijn van alles wat ze al hebben moeten doorlopen en niet nóg een gesprek willen. Of de hulpverlening adviseert een vrijstelling aan te vragen onder het mom van: ‘dan heb je rust’. In zulke gevallen kan een andere vorm van ondersteuning voor de ouders effectiever zijn dan een vrijstelling van onderwijs voor het kind. Het recht op passend onderwijs voor elk kind staat heel hoog en dat houden wij zo lang mogelijk overeind!’