
Programma Nu Niet Zwanger 2026
‘De inhoud en methode blijven hetzelfde, de aanpak verandert’
Een kind krijgen verandert je leven. Het landelijke programma Nu Niet Zwanger (NNZ) helpt mensen in een kwetsbare positie weloverwogen keuzes te maken rond hun kinderwens. Zo kunnen onbedoelde of ongewenste zwangerschappen voorkomen worden. De GGD voert dit programma tot nog toe uit in zeven gemeenten in Zuid-Holland Zuid. Hiermee worden lokale zorgprofessionals gestimuleerd en ondersteund in hun preventieve taak. Met ingang van 2026 verandert de aanpak van het programma. Wat betekent dit? Vijf vragen aan projectleider Jasmijn van den Heuvel-Orhan.
1.
Wat is het doel van het programma?
Jasmijn: ‘Het programma Nu Niet Zwanger helpt mensen in kwetsbare situaties om zelf, bewust en vol vertrouwen te kiezen of en wanneer zij een kind willen krijgen. Iedereen verdient de regie over de eigen kinderwens, omdat deze keuze een enorme invloed heeft op de toekomst. Daarom begint het allemaal met een open, eerlijk gesprek. We willen voorkomen dat iemand zwanger raakt op een moment waarop het leven eigenlijk al te veel vraagt. Een ongeplande zwangerschap kan grote impact hebben op ouders en kinderen, en legt bovendien extra druk op de hulpverlening. Daarom zetten we in op tijdige en passende ondersteuning, die mensen helpt de regie te houden over hun eigen leven. Om dat mogelijk te maken, ondersteunen we professionals in het medisch en sociaal domein met: praktische tips, trainingen en advies om het gesprek op een laagdrempelige en veilige manier te voeren. Wanneer een casus ingewikkeld wordt, staan we klaar met extra hulp — van opschaling tot inzet van het somatisch netwerk, ondersteuning bij de opvolging of het regelen van financiering voor anticonceptie. Kortom: we zetten ons vol enthousiasme in om cliënten te helpen zelf regie te nemen over hun toekomst én zorgen dat professionals stevig in hun schoenen staan om hen daarbij te begeleiden. Samen maken we bewuste keuzes mogelijk.’

Jasmijn van den Heuvel-Orhan, Projectleider Nu Niet Zwanger
2.
Wat betekent dit werk voor jou?
Jasmijn: ‘Sinds februari werk ik als inhoudelijk coördinator en vanaf november ook als projectleider van het Nu Niet Zwanger-programma. Aan het begin dacht ik dat het gesprek over een kinderwens vanzelfsprekend zou zijn, maar al snel werd duidelijk dat dit juist een gesprek is dat aandacht en ondersteuning vraagt. Voor mij draait dit werk om het voorkomen van grote impact in het leven van kwetsbare mensen. Ik haal motivatie uit het samenwerken met organisaties om te kijken hoe deze gesprekken in de praktijk vanzelfsprekend kunnen worden, en uit het ondersteunen van professionals om het gesprek over kinderwens aan te gaan. Wanneer zij met vertrouwen de kinderwensvraag durven te stellen, zien we direct de impact van het gesprek. Dit gesprek kan daadwerkelijk verschil maken voor iemands leven en toekomst. Daar doe ik het voor, en daar ga ik met veel energie elke dag voor, samen met mijn collega Jantine.’
3.
Wat zijn de veranderingen in 2026?
Jasmijn: ‘In het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) is afgesproken dat Nu Niet Zwanger als basisfunctionaliteit in elke regio en gemeente beschikbaar moet zijn. Dit betekent dat het programma naar alle waarschijnlijkheid ook vorm gaat krijgen in de gemeenten Hoeksche Waard, Alblasserdam en Hendrik‑Ido‑Ambacht. De grootste verandering is dat de kinderwensverkenning structureel wordt in het werk van professionals. De methode blijft hetzelfde, maar de uitvoering verandert: de aandachtsfunctionaris wordt ambassadeur van NNZ. Tegelijk richten we ons bij de uitrol op leidinggevenden en managers, zodat het kinderwensgesprek een vaste plek krijgt in de dagelijkse praktijk. We werken samen met medewerkers die verantwoordelijk zijn voor kwaliteit van zorg en procesimplementatie. Ons doel: het kinderwensgesprek een standaard én vanzelfsprekend onderdeel van de werkwijze laten zijn. Het is essentieel dat de organisatie dit formeel vastlegt in beleid en werkprocessen, zodat alle medewerkers het kinderwensgesprek kunnen voeren. Alleen met duidelijke steun en commitment van management en leidinggevenden krijgt het kinderwensgesprek echt een vaste plek in de dagelijkse praktijk.’
4.
Jullie blijven de verbindende schakel?
Jasmijn: ‘Ja, wij blijven de samenwerking opzoeken tussen het medisch en sociaal domein en zorgen dat de professionals elkaar weten te vinden. Regelmatige themabijeenkomsten bijvoorbeeld over gesprekstechnieken, keuzehulp en actuele trends, vormen natuurlijke ontmoetingspunten. Daarnaast kunnen wij en ons netwerk in de regio actief worden ingezet om casussen verder te helpen, als dat nodig is. We houden zicht op de zorgorganisaties en blijven bereikbaar voor vragen en dilemma’s. Indien nodig werken we samen met andere afdelingen binnen de DG&J, zoals bijvoorbeeld met het Centrum Seksuele Gezondheid of eventueel externe partners.’
5.
Wat zijn de uitdagingen en ambities?
Jasmijn: ‘De overgang naar organisatie-brede implementatie kan nieuwe uitdagingen met zich meebrengen. Met name rond verantwoordelijkheid en eigenaarschap. De nieuwe aanpak zorgt voor een stevigere verankering binnen organisaties, maar kan ook verzanden in de veelheid van opdrachten die zorgorganisaties hebben. Van ons vraagt dit alertheid en enthousiasme, om goed met de deelnemende organisaties in gesprek te blijven over het implementatieproces binnen de organisatie. We willen het gesprek over een kinderwens normaliseren en onderdeel maken van de reguliere werkzaamheden van professionals in zowel het medisch als het sociaal domein. Bovendien willen we in Zuid-Holland Zuid nog meer organisaties laten aanhaken, zodat kwetsbare mensen in de regio worden ondersteund bij het maken van weloverwogen keuzes rondom een kinderwens.’