Afgelopen jaar is er met veel partijen hard gewerkt aan het Meerjarenbeleidsplan van de DG&J voor de periode 2024-2028. ‘We hebben de tien gemeenten in onze regio in een vroeg stadium betrokken en ruim de tijd genomen voor hun input aan de voorkant,’ vertelt Angelique Zoetekouw die als strategisch adviseur bij de DG&J nauw bij het proces was betrokken. ‘Zo hebben we het echt sámen opgesteld.’ De hoofdopgave van de DG&J blijft: gezondheidsachterstanden van inwoners verminderen en ontwikkelingskansen vergroten. Het Meerjarenbeleidsplan 2024-2028 is daarin ambitieus. ‘Maar toen het in de zomer van 2024 kwam tot uitwerking van het concrete uitvoeringsprogramma haalde de (financiële) realiteit ons een beetje in,’ stelt Zoetekouw. ‘We gaan echter optimistisch het nieuwe jaar in: de stip op de horizon blijft, maar die proberen we te bereiken met ‘omdenken’ en kleinere, realistischere stappen.’
Lees door ▼
Trends en inzichten
Het Meerjarenbeleidsplan 2024-2028 schetst de trends van afgelopen jaren. Daaruit blijkt dat de achterstanden en verschillen in gezondheid en ontwikkeling groter worden. Dat de druk op de zorg toeneemt, evenals de roep om preventie. Daarmee wordt ook het beroep dat op het sociaal domein en de publieke gezondheid wordt gedaan groter. Bovendien neemt de complexiteit van de hulpvragen toe, met vaak onderliggende problemen, waarop de huidige (zorg)systemen geen antwoord hebben. Het Meerjarenbeleidsplan schetst daarnaast de voortschrijdende wetenschappelijke inzichten. Zoals het inzicht dat gezondheid en ontwikkelingskansen niet uitsluitend worden beïnvloed door individuele keuzes van inwoners, maar dat deze keuzes in grote mate (70%) worden bepaald door maatschappelijke, collectieve factoren, zoals bestaanszekerheid. Een belangrijke constatering in het Meerjarenbeleidsplan is ten slotte ook dat ‘de systemen vastlopen’. Het aantal meldingen en hulpvragen bij Veilig Thuis, LVS, OGGZ en jeugdhulp via SOJ stijgt. Daartegenover staat een ernstig tekort aan (financiële) middelen en menskracht.
Stip op de horizon
In het Meerjarenbeleidsplan 2024-2028 formuleert DG&J tien leidende principes voor het werk dat komende jaren gedaan moet worden. Deze principes zijn gebaseerd op de gesignaleerde trends en op inzichten over effectiviteit van beleid (zie kader). Ook zijn er samen met de gemeenten drie ambities vastgesteld; de stip op de horizon. Zoals het borgen van de basisdienstverlening, het versterken van de voorkant en het vergroten van de impact. Zoetekouw licht dit toe: ‘De dienstverlening van de DG&J hoeft misschien niet excellent te zijn, maar we willen voor de inwoners de basisdienstverlening wel kunnen borgen. Daarnaast komen de meeste DG&J-labels natuurlijk vaak pas ‘achteraf’ in actie, als het probleem er al is; alleen de GGD Zuid-Holland Zuid werkt ook echt preventief. Maar nu willen we concreter en meer dan voorheen proberen al onze kennis en expertise ‘aan de voorkant’ in te zetten, om problemen te voorkomen of te beperken. Ook bijvoorbeeld door gemeenten te adviseren hoe ze dit kunnen doen. En we denken onze impact te kunnen vergroten door (nog) meer en slimmer samen te werken met lokale en regionale partners.’
Ingehaald door realiteit
‘Een meerjarenbeleidsplan is hoogover’, vervolgt Zoetekouw. ‘Dat moet vervolgens concreet worden uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Toen we daar in de zomer van 2024 mee aan de slag gingen, samen met gemeenten, haalde de realiteit ons in.’ Zoals die van de financiële situatie bij gemeenten. Zoetekouw: ‘Gemeenten kijken aan tegen het zogeheten ‘ravijnjaar 2026’. Dat is het jaar waarin de grote kortingen die het Rijk op het Gemeentefonds heeft doorgevoerd, concreet worden. Terwijl juist veel van het geld uit dit Gemeentefonds bestemd is voor gemeentelijke taken die ze (deels) via een Gemeenschappelijke Regeling zoals de DG&J laten uitvoeren.’ Een andere realiteit is dat landelijke akkoorden en overeenkomsten – zoals het Toekomstscenario voor Veilig Thuis, het GALA en IZA – ook nog niet volledig duidelijk zijn of meer tijd vragen, waardoor de gevolgen voor het uitvoeringsprogramma van DG&J eveneens onzeker zijn.
Nieuwe werkelijkheid
Er lopen nu gesprekken en onderzoeken om samen met de gemeenten te kijken of er bezuinigd kan worden en welke oplossingsrichtingen er zijn. ‘Het moet echt anders en dat moeten we met elkaar veranderen’, stelt Zoutekouw. ‘Daarvan is iedereen goed doordrongen. Samen moeten we dus nog beter kijken wat er nodig is voor de inwoners, wat de gemeenten willen en hoe we dit bij elkaar kunnen brengen. De nieuwe werkelijkheid is dat de financiële positie van gemeenten en de situatie op de arbeidsmarkt bepalend zullen zijn voor het tempo en de intensiteit waarmee we de MJP-ambities realiseren. De stip op de horizon staat. Alleen zullen we die proberen te bereiken met kleinere, realistischere stapjes. De DG&J blijft met alle kennis, ervaring en expertise werken aan het verminderen van gezondheidsachterstanden en het vergroten van ontwikkelingskansen van de inwoners in de regio. Door steeds positief te blijven kijken hoe het wél kan!’
Dit ezine geeft voor elk label van de DG&J een verhaal hoe de ambities (basis op orde, voorkant versterken en impact maken) kunnen worden waargemaakt.
Tien leidende principes uit het MJP
Deze zijn gebaseerd op wat we weten over effectiviteit van beleid en worden per DG&J-label verder uitgewerkt.
- De kans op gezondheid en ontwikkeling is het resultaat van individuele keuzes én maatschappij; van de gezamenlijke verantwoordelijkheid van inwoners en maatschappelijke partijen.
- Met het aanpakken van collectieve factoren dragen partijen bij aan vitale inwoners en een verminderde druk op zorg en sociale zekerheid (sterke regio).
- Voor het beïnvloeden van collectieve factoren werken we samen met andere maatschappelijke partners, waaronder lokale teams en lokale partners in de gemeenten.
- We stellen de inwoners en hun leefwereld centraal en laten de systeemwereld zo goed mogelijk daarop aansluiten. We maken de systeemwereld zo begrijpelijk en toegankelijk mogelijk.
- We geven prioriteit aan preventie, versterking van de voorkant en vroegsignalering.
- We benutten en verdiepen de kennis over de samenhang tussen leefgebied en collectieve factoren voor meer impact.
- We richten interventies selectief (per doelgroep of gebied) voor meer impact.
- We prioriteren, en zorgen voor een mix van effectieve interventies (die meerdere doelen tegelijk kunnen dienen), voor meer impact.
- De financiële positie van gemeenten vanaf 2026 en de situatie op de arbeidsmarkt zijn bepalend voor het tempo waarin en de intensiteit waarmee we toewerken naar de MJP-ambities.
- We zetten beschikbare middelen effectief en efficiënt in en bundelen krachten. We verkennen mogelijkheden voor cofinanciering door bijvoorbeeld provincie, verzekeraars en werkgevers, voor het versnellen van de zorg en de ondersteuning van kwetsbare groepen.
Leidende principes vertaald naar werkwijze DG&J
- We betrekken inwoners (participatie) bij het analyseren van oorzaken en het bedenken van adequate oplossingen.
- We werken domeinoverstijgend samen, binnen en over grenzen van organisaties heen. Waar mogelijk met een samenhangende aanpak. Zonder het té complex te maken. We investeren in samenwerking, vanuit gemeenschappelijke doelen.
- We interveniëren daar waar dit het hardst nodig is. We differentiëren voor kansen van inwoners. We organiseren hulp en ondersteuning dicht bij de inwoners (laagdrempelig en outreachend). Met wijkgerichte aanpakken proberen we kwetsbare groepen inwoners te bereiken (waaronder jongeren, ouderen en minderzelfredzame inwoners). Daarbij benutten en versterken we de kracht van een buurt of wijk.
- We werken data-gedreven samen.
- We leren van de ‘achterkant' om de 'voorkant' te versterken. Zodat we 'er eerder bij zijn'.
- We zorgen voor een stevige regionale infrastructuur, waarmee lokaal impact kan worden gemaakt. In aansluiting op lokale initiatieven en netwerken. En met oog voor de lokale identiteit.
- We kiezen voor een lerende aanpak, waarin we samen ervaringen opdoen, om te ontdekken wat werkt in onze regio.
- We dragen bij aan het aantrekkelijk maken van werken in de zorg en het sociaal domein in Zuid-Holland Zuid. We verminderen de regeldruk en geven professionals ruimte.