
Selam geeft gezondheidsvoorlichting
‘Soms zie je ze denken: ‘Je wéét dat toch wel!’’
In elke editie van dit magazine vragen we inwoners wat gezondheid voor ze betekent en hoe ze ermee omgaan. Dit keer komt Selam Defue aan het woord. Zij is onder zware omstandigheden, met achterlaten van haar zoontje, vanuit Eritrea naar Nederland gevlucht (2016). Na inburgering, taalverwerving en opleidingen is zij, met haar eigen ervaringen als bagage, contactpersoon en gezondheidsvoorlichter voor asielzoekers. Zo helpt ze nieuwkomers vitale inwoners van Nederland te worden. ‘Als we met voorlichting hun onwetendheid en onzekerheid kunnen wegnemen, kunnen ze op tijd om hulp vragen. Dat kan voorkomen dat problemen escaleren,’ aldus Selam.
Selam: ‘In de gemeente Arnhem begeleid ik statushouders bij hun huisvesting en inburgering. Sinds mei 2023 werk ik ook parttime bij de GGD hier als gezondheidsvoorlichter en contactpersoon voor de COA-locaties. Dit laatste samen met Ben de Haan (lees hier). Sinds augustus doe ik dit ook voor Oekraïners en daar komen straks misschien de noodopvanglocaties bij. Hiervoor werk ik altijd samen met de COA-medewerkers. Bovendien overleg en schakel ik veel met GGD-collega’s. Zoals van de afdeling Infectiepreventie; zij geven de voorlichting over persoonlijke hygiëne en infectieziekten (lees hier). Of van het Centrum Seksuele Gezondheid of Jeugd-GGZ bij doorverwijzingen.’
Voorlichtingsthema’s
Selam: ‘Vorig jaar hebben we de voorbereiding getroffen en de contacten gelegd; dat heeft best wat tijd gekost. Nu zijn er structureel elke week voorlichtingsbijeenkomsten op een COA-locatie. Ik informeer bij het COA voor welke onderwerpen en doelgroepen de voorlichting gewenst is. Veelvoorkomende thema’s zijn omgaan met stress en spanning, opvoeden in twee culturen, gezondheidszorg, voeding, en verslaving in de hele breedte; dus gamen, middelen en social media. Dit speelt vooral bij alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’ers – lees hier).’
Hind al Attabi: ‘Locaties waar al meerdere keren een uitbraak van een ziekte is geweest, houden we extra in het oog, ook vanwege de mentale impact op de bewoners.’

Cultuursensitief werken
Selam: ‘De voorlichting is afhankelijk van de doelgroep. Bij Oekraïners spelen andere thema’s. En bij vrouwen uit Eritrea en Somalië spelen soms zaken als genitale verminking, waarmee ze moeilijk naar buiten durven komen. Ondanks dat ik dit werk nu al enkele jaren doe, blijft het soms uitdagend en spannend. Je moet heel cultuursensitief werken. Sommige onderwerpen, zoals seksuele gezondheid, zijn echt taboe. En soms word je verrast. Voor een voorlichting aan vrouwen uit Somalië over genitale verminking waren per ongeluk ook de Somalische mannen uitgenodigd. We hebben de voorlichting toch door laten gaan en het werd een heel verrassend open gesprek. Kortom, het kan per groep enorm verschillen.’
Frustratie en irritatie
Selam: ‘In het begin was dit werk best moeilijk, toen ik zelf ook nog veel moest verwerken. Nu is mijn eigen bagage juist zinvol. Nieuwkomers nemen mij meer serieus. Stress en spanning, bijvoorbeeld, liggen gevoelig. Op zo’n locatie zitten ze natuurlijk dicht op elkaar. Je probeert tips te geven over hoe ze hiermee kunnen omgaan. Dat nemen ze echt serieus. Of, als ze ‘pijn’ hebben vanbinnen, lijden, dan willen ze daar informatie over. Soms zie je hun frustratie en irritatie, vaak over wachttijden en regelingen. Dan zie je ze denken: ‘Je wéét dat toch wel!’ Met de juiste informatie en doorverwijzing probeer je ze zo goed mogelijk te ondersteunen.’
Betrokken blijven
Selam: ‘Soms is het wel een uitdaging om de nieuwkomers – op tijd! – naar een bijeenkomst te laten komen. Dat is ook echt een cultuurverschil. De COA-medewerkers nodigen ze vaak persoonlijk uit. Daarnaast proberen we flexibel te zijn met de tijden, en rekening te houden met bijvoorbeeld kinderen die uit school komen, gebedsmomenten en dergelijke. Niettemin zijn ze vaak heel positief en heel erg geïnteresseerd. Ze proberen overal informatie op te halen, ook om de cultuur niet mis te verstaan. Het is echt heel zinvol hun onwetendheid ten aanzien van (gezondheids)onderwerpen weg te nemen. Want hoe beter ze bekend zijn met de gezondheidszorg in Nederland, des te beter kunnen ze tijdig om hulp vragen. Dat werkt dus heel preventief. En zo blijven wij als zorgverleners ook bij hun situatie betrokken.’