
MET HET MES OP TAFEL
'We moeten meer plaats maken voor mensen die niet helemaal binnen de lijntjes leven'
In ‘Met het mes op tafel’ staat een actuele stelling centraal, waarop twee betrokkenen uit het veld reageren. In media verschijnen regelmatig berichten over ‘verwarde mensen’ die voor overlast of zelfs onveiligheid zorgen. Deze inwoners vragen veel zorg en tijd van meerdere partijen. Dit roept vragen op. Wat is de beste aanpak? Moeten we oproepen tot meer begrip, ook met de campagne ‘de dementievriendelijke samenleving’? Moeten we ze eerder intern opvangen? Kunnen ze integreren in een wijk zonder overlast? Daarbij aansluitend is de stelling in deze editie: 'We moeten meer plaats maken voor mensen die niet helemaal binnen de lijntjes leven'.
EENS ‘Met z’n allen de dorpsgek weer gewoon gaan vinden’

Ilona van den Boogaard, Teamleider OGGZ: ‘Iedereen heeft het recht om te zijn wie die is. Zolang je geen gevaar vormt, sluiten we niemand op. We kunnen als samenleving echt nog meer zorgdragen voor ‘onbegrepen gedrag’. Dat is beter dan ‘verward gedrag’: iemand vertoont gedrag dat de omgeving niet begrijpt. De eerst stap is het proberen te begrijpen. Rustig blijven, het gesprek aangaan, een handreiking doen. We mogen met z’n allen de ‘dorpsgek’ weer gewoon gaan vinden.’
Ilona: ‘We merken dat er meer angst is voor onbegrepen gedrag. Omdat vooral escalaties in de media worden gedeeld. De nadruk ligt daarom erg op handhaven en het ‘probleem’ weg krijgen. Natuurlijk moet er een oplossing komen. Maar dat kan vriendelijk. Een structurele aanpak vraagt tijd. Bemoeizorg is fragiel en werkt geleidelijk. Het is aan de zorgprofessionals zoals de wijk-GGD én de politie om daarvoor begrip te vragen bij de omgeving.’
Ilona: ‘Wij krijgen zo’n 4.500 meldingen per jaar bij het Meldpunt Zorg en Overlast. Ongeveer 60 procent hiervan komt via de politie. Met veel inzet reageert de politie op wat zij ziet, maar zij is natuurlijk geen hulpverlener voor de achterliggende problemen. Met hun zorgsignalen kunnen wíj echter aan de slag. Daarbij is het natuurlijk zoeken naar een balans tussen wat toelaatbaar is en wat niet. Mensen die écht niet in een reguliere wijk ‘passen’, kunnen prima uit de voeten in een ‘containerdorp’. Dat ligt bij de gemeente. Maar in veel gevallen kan vriendelijkheid van de handhavers al verschil maken. Zij kunnen het goede voorbeeld geven.’
ONEENS ‘Wij missen handvatten; met begrip alleen komen we niet’

Frans Kwakernaak, Coördinator Overlast bij politie Dordrecht: ‘Wij komen ergens ter plekke als iemand onbegrepen gedrag vertoont en daarmee voor overlast zorgt. Op zo’n moment kunnen we vaak niet anders dan de persoon uit de situatie weghalen. We komen helaas regelmatig dezelfde personen tegen. Vaak is er drank of drugs in het spel, of kennen we ze omdat er psychische problemen spelen. Vaak is zo iemand al onder behandeling, maar daarmee houdt de overlast niet direct op.
Frans: ‘Natuurlijk willen we begripvol zijn, oog houden voor de menselijke kant. Juist omdat we de achtergrond vaak kennen. Maar dit soort gevallen kosten ons onnodig veel tijd en dat frustreert. Daarom pleit ik voor snellere verplichte interne opvang. We merken ook dat er vanuit de omgeving steeds minder begrip is. In wijken met een grotere sociale cohesie trekken ze pas aan de bel als het mis gaat; in andere gevallen worden we al gebeld puur vanwege het onbegrepen gedrag.’
Frans: ‘Containerdorpen werken prima, daarmee is in Dordrecht al 80 procent van de extreme overlast opgelost. Toch is er nog steeds een groep die we te vaak tegenkomen. Zorgverlening duurt te lang; het kost soms jaren voor er verbetering is. De wet biedt op dit moment te weinig handvatten; gemeenten en zorgverleningsinstanties ook niet. Dit is een probleem en met begrip alleen komen we er niet.’